Innovatie & beleid: poliklinische rapportage
De komende tijd publiceren we regelmatig een stuk over een project uit het jaarplan inhoud 2023. Dit jaarplan geeft sturing aan de inhoudelijke beleidsontwikkeling en innovatie binnen het NIFP. In dit nieuwsbericht lichten we het deeljaarplan van het beleidsterrein Rapportage uit.
Pro Justitia rapportage
Als iemand verdacht wordt van het plegen van een ernstig delict kan de rechter of de officier van justitie vragen om een pro Justitia rapportage. Een van de taken van het NIFP is het matchen van gedragsdeskundigen – psychiaters, psychologen en forensisch milieuonderzoekers – voor pro Justitia rapportages. Bij dit boeiende werk onderzoeken een of meerdere gedragsdeskundigen de verdachte met als doel het adviseren van de officier van justitie en de rechter over een mogelijk verband tussen het delict en een eventuele geestelijke stoornis die (mede) ten grondslag lag aan het delict. Dit is belangrijk voor de rechter om te kunnen beoordelen of iemand bijvoorbeeld een behandeling moet ondergaan in de tbs of bij de GGZ of (ook) een straf moet krijgen.
Verbeteren van kwaliteit
De afdeling Rapportage van het NIFP richt zich op het continu verbeteren van het proces rondom de pro Justitia rapportages. Door ondersteuning van de gedragsdeskundige rapporteurs, maar ook door het uitwerken van heldere kaders en werkprocessen, het organiseren van trainingen en intervisiebijeenkomsten en het geven van feedback op conceptrapporten, wordt doorlopend gewerkt aan het optimaliseren van het rapportageproces, de kwaliteit van de pro Justitia onderzoeken en rapportages.
Schaarste aan rapporteurs
Naast de kwaliteit vraagt steeds vaker de kwantiteit aandacht. Personeelstekorten, zoals we die kennen uit de zorg, doen zich ook voor bij de gedragsdeskundigen die de pro Justitia rapportages maken. Hierdoor wordt het steeds moeilijker om de aangemelde zaken op tijd te matchen. Ook zijn zaken complexer geworden waardoor ze meer tijd vragen. Alle zeilen moeten worden bijgezet om de rapporten tijdig beschikbaar te hebben voor de rechtsgang.
Werken aan de schaarste
Het NIFP is voortdurend op zoek naar nieuwe mogelijkheden om het tekort aan rapporteurs te verminderen en het werk voor de rapporteur zo veel mogelijk te ondersteunen. Naast de bekende opties zoals het opleiden van nieuwe rapporteurs, het overleggen met het ministerie van Justitie en Veiligheid over vergoedingen, en het in overleg met het OM en de reclassering strenger selecteren van zaken die gerapporteerd gaan worden, worden ook nieuwe manieren van werken uitgeprobeerd. Twee voorbeelden hiervan zijn het poliklinisch rapporteren en het rapporteren in dienstverband bij het NIFP. Het doel hiervan is de rapporteurs meer te ondersteunen bij hun veelal solistische werk.
Poliklinisch rapporteren
Bij poliklinisch rapporteren werkt de rapporteur niet alleen, maar samen met andere gedragsdeskundigen aan een rapport, net zoals in het Pieter Baan Centrum gebruikelijk is. Daarbij vinden besprekingen plaats op één locatie en wordt een onderlinge taakverdeling afgesproken. Eén rapporteur schrijft bijvoorbeeld de biografie van de onderzochte, een ander spreekt met familieleden en samen schrijven ze een geïntegreerde beschouwing en één beantwoording van de vraagstelling. Waar rapporteurs vroeger zeer autonoom waren, is het multidisciplinaire inmiddels meer gemeengoed geworden. Hierdoor wordt er geen dubbel werk meer verricht en wordt ook de werkdruk iets lager. Dit laatste is vooral belangrijk omdat de zaken de laatste jaren steeds zwaarder zijn geworden.
Rapporteren in loondienst van het NIFP
Een andere ontwikkeling is rapporteren in loondienst, waarbij de rapporteur meer facilitair wordt ondersteund door collega’s van het NIFP. De rapporteur heeft in deze situatie een dienstverband bij het NIFP en ontvangt hiervoor een maandelijks salaris. Hierdoor heeft de rapporteur niet alleen meer financiële zekerheid, maar zijn er ook andere voordelen zoals vakantiegeld ontvangen, pensioen opbouwen en deelname aan verschillende interne opleidingen. De psychiaters hebben daarnaast nog de beschikking over een beroepskostenbudget. Een ander groot voordeel is dat de gedragsdeskundige versneld en in diensttijd de opleiding tot rapporteur kan voltooien en daarna onderdeel is van het team, waardoor er eenvoudiger multidisciplinair kan worden afgestemd. Zo kan in relatief korte tijd veel ervaring opgedaan worden.