Ritsende empathie van Ronald Rijnders

Een proefschrift over psychopathie, empathie en oxytocine

Op 5 juli verdedigt Ronald Rijnders, psychiater in het Pieter Baan Centrum, zijn proefschrift getiteld Suffering Souls Suffering Society. Het proefschrift gaat over psychopathie, empathie en het neurohormoon oxytocine.

Beeld: ©NIFP
The Zipper Model of Empathy

Voor zijn onderzoek ontwikkelde Rijnders een nieuw model om empathie te begrijpen: het zogenaamde ritsmodel (of Zipper Model of Empathy in het Engels).

Ritsende empathie
Om tot dit model te komen integreerde Rijnders de bestaande uitgebreide literatuur over empathie en stapte van het (doorgaans) statische model af. Hij ontwikkelde een dynamisch model waarin de cognitieve en de affectieve aspecten van empathie op elkaar ingrijpen als ware ze tandjes van een rits. Als de rits helemaal omhoog is getrokken is er sprake van een volwaardige vorm van empathie (zie het figuur hieronder). Hoe werkt dit precies? En wat is de rol van de handen die de rits doen bewegen?

Het nemen van perspectief
Het omhoogritsen richting volwaardige empathie begint aanvankelijk met emotionele mimicri, het met je eigen gelaatsspieren spiegelen van de emotionele gelaatsuitdrukking van een ander. Je moet vervolgens in staat zijn die emotie te herkennen. Hierna volgt een reactie die we emotionele besmetting noemen. Je wordt als het ware plots bedroefd, bang, boos of blij, zonder dat je exact door hebt dat dit de emotie van de ander is.

Een belangrijke volgende stap zit aan de cognitieve kant van de rits: je moet de ander van jezelf kunnen onderscheiden en vervolgens het perspectief van de ander kunnen innemen. Als het ware alsof je op schouder van die ander gaat zitten en gaat kijken naar de situatie die zich voor die ander voordoet.

Meevoelen
Kortgezegd: je ziet de emotionele gelaatsuitdrukking van de ander, je hebt daarop een mimicri-reactie die ertoe leidt dat je zelf emotioneel besmet wordt en vervolgens realiseer je je dat het de ander is die dit overkomt door het perspectief van die ander in te nemen. “Het is de emotie van de ander en ik kan me voorstellen hoe vervelend dat is.” Volwaardige empathie ontstaat daarna doordat je dezelfde (isomorfe) gevoelens ervaart als de ander wetende dat die van hem/haar zijn. We noemen dat een other oriented emtional response. Hierdoor ervaar je dus daadwerkelijk mede-leven, mede-voelen of mede-lijden.

De nachtdienst
Rijnders en zijn collega’s introduceerden in hun ritsmodel twee nieuwe aspecten: de handen die de rits omhoog- danwel omlaagritsen. De ene hand is de context. De context trekt als het ware de stof glad waardoor de rits makkelijker omhooggeritst kan worden. Context kan echter ook in de weg zitten. Denk bijvoorbeeld aan de vermoeiheid na een nachtdienst. Je komt thuis na een lange nacht hard werken en je kinderen laten een tekening zien. Je bent moe, je weet dat je je best moet doen om mee te voelen, maar het lukt je niet volledig. De context werkt niet mee.

De andere hand zijn de persoonlijke factoren aandacht en motivatie. In het voorbeeld van de nachtdienst ben je moe, maar je hebt wel veel motivatie om naar je kinderen te luisteren omdat je graag een goede ouder wilt zijn. Je probeert dan toch te empathiseren, maar het kan gebeuren dat je je realiseert dat je je portomonee op je werk bent vergeten, dus dat je je aandacht er niet bij kan houden. Het resultaat is dat je empathische reacties naar je kinderen beperkt zullen zijn.

Wat Rijnders in het ritsmodel laat zien is dat de empathie dus omhoog kan ritsen - maar ook omlaag. Het emphatische proces kan dus ook minder worden. Dit kan tijdens een gesprek of ontmoeting gebeuren. En het kan iedereen overkomen, de een makkelijker dan de ander, maar het is niet zo dat bepaalde personen altijd en overal op dezelfde manier empatisch zijn, van die gedachte moeten we af.

Empathie is dynamisch
Aldus: de context en de persoonlijke omstandigheden kunnen verschillen, waardoor de empathie omhoog en omlaag kan ritsen. Maar zijn de ‘tandjes’ van de rits, de cognitieve en affectieve vaardigheden, veranderlijk? En: kan je empathie aanleren?

Rijnders en zijn collega’s beschrijven dat bij mensen met een hoge mate van psychopathie die affectieve empathische tandjes gebrekkig zijn, terwijl bij mensen met autisme de cognitieve tandjes minder goed functioneren. Mensen met een psychopathische persoonlijkheid zijn heel goed in staat het perspectief van een ander in te nemen. Dat maakt hen, wanneer zij hier ten volle gebruik van maken, ook zo gevaarlijk. Hebben zij de juiste motivatie en werkt de context mee dan kunnen zij een heel eind komen op het gebied van het nemen van perspectief, maar het bereiken van volwaardige empathie zullen zij dus niet of zelden bereiken omdat zij hun affectieve empathie niet mobiliseren.

Use it or lose it
Rijnders eindigt zijn artikel met ‘use it or lose it.’ Mensen met gebrekkige tandjes op de empathie-rits kunnen stappen zetten op het gebied van empathie, mits zij dit vaak en de juiste motivatie oefenen. Zij moeten de rits vaak omhoogtrekken, om daadwerkelijke empathische gevoelens te ervaren. Dat vergt niet alleen oefening, maar ook aandacht en motivatie. Logischerwijze zal zoiets makkelijker kunnen gebeuren wanneer het gaat om personen die dichtbij bij hen staan, bijvoorbeeld kinderen of partners.

Rijnders verdedigt zijn proefschrift op 5 juli aan de Universiteit Utrecht. Een link om de promotie online bij te wonen volgt.