Agenda inhoud 2025: IFZ

Elke twee weken publiceren we een interview met een beleidsverantwoordelijke over de agenda inhoud. In deze agenda staat beschreven hoe het NIFP zich inhoudelijk ontwikkelt. Immers, ons vakgebied is onderhevig aan veranderende wet- en regelgeving en voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. Hoe verhouden wij ons hiertoe? Wat staat er op de agenda in 2025?   

NIFP
Beeld: ©NIFP
Vandaag aan het woord: Jantijn Fockens. Jantijn is manager zorg en rapportage bij het NIFP Zuid-Nederland én verantwoordelijk voor het beleidsterrein IFZ.

Consensusbesprekingen

“Bij het maken van indicatiestellingen is het belangrijk dat we dat allemaal op dezelfde manier doen. Het kan niet zo zijn dat iemand in Zwolle andere zorg of een ander beveiligingsniveau krijgt dan iemand in Den Bosch. Daarom zijn we ook in 2024 doorgegaan met consensusbesprekingen. Dit zijn bijeenkomsten die vier keer per jaar plaatsvinden en waarbij CIF’ers (coördinatoren forensische zorg) met collega’s van verschillende diensten samenkomen en casussen bespreken.

We hebben deze besprekingen iets anders opgezet dan voorheen: het is minder afvinken en lijstjes wegwerken maar echt gewoon het gesprek voeren. Hoe kom je tot deze indicatiestelling, wat zijn jouw afwegingen? Waarom kies je hier voor deze afslag en hoe kom je bij dit beveiligingsniveau? Aan het einde wordt de wegingslijst doorgesproken maar dit is niet het primaire doel. Het primaire doel is echt het gesprek voeren en van elkaar leren.

Het is dus ook belangrijk dat je naar zo’n consensusbespreking gaat met het idee van, wij gaan op inhoud argumenten wisselen maar ik ben dus ook bereid daarvan te leren of van standpunt te veranderen. Deze nieuwe opzet hebben we laatst geëvalueerd en het blijkt dat die goed bevalt. Daar ben ik blij om en daar gaan we volgend jaar ook mee verder.”

WODC-rapport

“Verder is mij het afgelopen jaar opgevallen dat wij als IFZ behoorlijk kritisch op onszelf zijn. We focussen vaak op wat beter kan. Tegelijkertijd is er een WODC-onderzoek geweest naar indicatiestelling en plaatsing binnen de forensische zorg. Een van de punten die daaruit naar voren komt is juist hoe goed IFZ indiceert. Ook de grote meerwaarde van die consensusbesprekingen worden in dat rapport genoemd. Dus vanuit de keten wordt IFZ gezien als voorbeeld voor alle indicerende partijen en vindt men dat wij onwijs goed werk afleveren. Hoe wij het doen, daar mogen het gevangeniswezen en de reclassering een voorbeeld aan nemen, aldus WODC. Dat vind ik echt heel erg tof.”

Lees hier het rapport ‘Patiënt op de juiste plek’ van het WODC

Kwaliteitskader

“In 2024 is het kwaliteitskader voor indicatiestellingen opgesteld. Het NIFP, de reclassering en het gevangeniswezen zijn daarin met elkaar overeen gekomen wat een goede indicatiestelling is, en hoe je daar moet komen. Binnen dat kwaliteitskader heeft het NIFP echt een grote rol gekregen. Wij gaan bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering faciliteren voor alle partijen samen.”

Invulling geven aan de kwaliteitsrol

“Een mooie brug naar 2025: invulling geven aan deze rol is een van onze belangrijkste speerpunten voor komend jaar. Wij zullen in ieder geval op verschillende niveaus overleggen organiseren: zowel op tactisch als op bestuurlijk niveau tussen de drie indicerende partijen. Ook organiseren we een gezamenlijk congres. Tot slot staan wij komend jaar aan de lat om de kwaliteit van indicatiestellingen van alle drie de partijen te bevorderen. Hóe we dat gaan doen zullen we komend jaar uitwerken.”

Onafhankelijkheid

“Ik herinner mij dat er een jaar of zes geleden geluiden klonken in het veld: waar is IFZ nou van? En kan de reclassering dat niet doen? De toenmalige directeur Michel Groothuizen van het NIFP heeft zich er toen hard voor gemaakt dat IFZ bij ons bleef, als onafhankelijke indicatiesteller. Zonder onafhankelijke indicatiesteller loop je het risico op perverse prikkels, zoals dat je indiceert op basis van beschikbare plek of op basis van financiële belangen, in plaats van op wat iemand nodig heeft. Vooral bij complexe casuïstiek is dit gevaarlijk. Dat een onafhankelijke partij kritisch meekijkt, wat is voor deze persoon nu de juiste plek, is echt belangrijk.

Naar aanleiding van de lobby van Groothuizen is IFZ bij het NIFP gebleven. Inmiddels, zes jaar later, zie je dat we het zó goed doen dat het in wet geborgd is dat wij zorgen dat iederéén het zo goed gaat doen. Dat is echt mooi om te zien.”

Verstevigen van methodisch werken

“Een ander onderwerp waar wij mee aan de slag gaan in 2025 is het verstevigen van methodisch werken. Dat doen we enerzijds door die consensusbesprekingen. Een ander instrument is de wegingslijst, waarin op gestructureerde wijze allerlei factoren meegenomen worden om tot een indicatiestelling te komen.

Deze wegingslijst is niet onomstreden: er wordt wisselend over gedacht. Sommige collega’s vragen zich af hoe de lijst tot stand is gekomen en wat het effect er van is. Andere collega’s stellen dat het een handige lijst is om nieuwe collega’s mee in te werken, maar dat het hen in de dagelijkse praktijk niet helpt. Komend jaar willen wij ons daarom toeleggen op het doorontwikkelen van deze wegingslijst. Wat zijn nou de knelpunten en wat moeten we daarmee? We willen voorkomen dat het een bureaucratisch afvinklijstje is, waar niemand wat aan heeft. Maar als het helpt om tot een gestructureerd oordeel te komen, dan is het een behulpzaam instrument.

Een nuttige analogie vind ik een risicotaxatieintrument, bijvoorbeeld een HKT of een HCR: een semi-gestructureerd gewogen klinisch oordeel. Een gedragsdeskundige kan zelf een idee hebben over een een recidiverisico maar dat wordt gestaafd of onderbouwd met een dergelijk instrument. Als we op die manier met de wegingslijst aan de slag kunnen, dat het echt iets toevoegt, dan ben ik tevreden. Uit de wetenschap weten we namelijk dat een semi-gestructueerd klinisch oordeel beter is dan een klinisch oordeel alleen. Zo hoop ik dat de lijst ons helpt om in grote lijnen op dezelfde manier tot een indicatiestelling te komen, zodat er geen rechtsongelijkheid kan ontstaan.”

ICT-ontwikkelingen

“Er staat komend jaar ook veel te gebeuren op ICT-gebied. Het NIFP is momenteel bezig met een aanbesteding voor een ander zaakssysteem voor pro Justitia-rapportages. Ook voor IFZ hebben wij momenteel geen goed zaakssysteem. We werken veel met mapjes op de K-schijf, in plaats van één plek waar alle stukken samenkomen. We onderzoeken of we kunnen aanhaken bij het project KI&A, of we dat ook kunnen gebruiken voor IFZ. De verwachting is dat dat wel gaat lukken. Als ik in december 2025 terugkijk en er is een goed zaaksysteem beschikbaar, dan zou ik heel blij zijn.”

Onderwerp van gesprek

“Tot slot merk ik dat ómdat IFZ een steeds belangrijker speler is geworden, wij ook steeds vaker genoemd worden in Haagse gesprekken over het veranderde forensische zorglandschap.

Zo was er laatst een discussie over een nieuwe zorgvorm: volledig pakket thuis (VPT). Dit is een zorgvorm waarbij mensen in de thuissituatie intensieve zorg krijgen. Het NIFP indiceert voor klinische behandeling én verblijfszorg aansluitend aan klinische zorg en de reclassering en PMO’s voor zowel verblijfszorg in de overige situaties en ambulante zorg. Je voelt hem al aankomen: intensieve behandeling in de thuissituatie, is dat nou ambulant of is dat nou verblijfszorg? Wie moet hiervoor dan de indicatiestelling doen?

Maar ook in gesprekken over capaciteitsproblemen wordt weleens de vraag gesteld, kunnen we mensen niet sneller laten doorstromen? En wat betekent dat voor indicatiestellingen en herindicatiestellingen? IFZ en de indicatiestelling begeven zich in een politiek dynamisch landschap.”

“Het zou dus zomaar kunnen dat de speerpunten die wij noemen in onze agenda inhoud onder druk van de actualiteit een andere prioriteit krijgen. Ik vind het een hele leuke opdracht om me te mogen inzetten voor zo’n dynamisch dossier, waarvan het belang in de hele keten onderkent wordt. Daar zet ik me graag voor in.”

Hieronder is de gehele agenda inhoud 2025, met de speerpunten van alle zeven beleidsterreinen, te lezen. Over twee weken vertelt Eva Buitenkamp (@evabuitenkamp), verantwoordelijk voor het beleidsterrein jeugd, over haar plannen en prioriteiten in 2025.