Arjan van den Nagel, directeur Pieter Baan Centrum

Verhalen uit de praktijk

“We hebben altijd de juiste mensen in huis om een zaak te doen, hoe ingewikkeld deze ook is.”

Foto van Arjan van den Nagel
Beeld: ©NIFP

Elke twee weken publiceren we een interview met een beleidsverantwoordelijke over de agenda inhoud 2024. Deze week spreken we Arjan van den Nagel, directeur van het Pieter Baan Centrum en portefeuillehouder klinische rapportage.

Welke ontwikkelingen spelen op dit beleidsterrein en wat staat er voor komend jaar op de rol? Arjan vertelt:

“Als het gaat over de ontwikkeling van beleid zijn er het afgelopen jaar drie hoogtepunten geweest die ik wil uitlichten. Maar het allerbelangrijkste is natuurlijk het dagelijkse werk dat we met elkaar verzetten. In het afgelopen jaar hebben we 221 onderzoeken gedaan. Dat betekent dat we heel veel werk verzet hebben. En dan waren het ook nog eens vaak moeilijke onderzoeken met mensen met complexe pathologie, ingewikkelde media-zaken en zware criminaliteit. Dat doen we echt knap met elkaar.

Wat betreft beleid licht ik graag drie zaken uit 2023 uit:"

Aanwijzing tot PPC

"De eerste is de aanwijzing tot PPC. Best een behoorlijke groep van de observandi in het PBC komt van een PPC. Een groot deel van hen gebruikt medicatie, soms onder dwang. Voorheen was het zo dat als zij medicatie in het PBC weigerden, zij terug moesten naar het PPC van herkomst. Dit gaf steeds een onderbreking van de observatie. We zagen ook dat we mensen soms eerder moesten terugsturen naar het PPC omdat ze hier ontregelden en we niet konden ingrijpen met medicatie. In het belang van het onderzoek wilden we dus graag het zorgniveau van een PPC. De eerste stap om dit te bewerkstelligen was een 24-uurs bezetting van de medische dienst. De aanwijzing tot PPC door de minister was de tweede stap. Dat is gelukt, vorig jaar. Daarmee zijn we nu een nog breder toegeruste kliniek."

Foto medische dienst
Beeld: ©NIFP

Stoppen met de weigerafdeling

"De tweede belangrijke ontwikkeling is dat we zijn gestopt met de weigerafdeling. Ons weigerbeleid is inmiddels zo geëvalueerd we geen aparte weigerafdeling meer nodig hebben. Alle belangrijke winstpunten van de weigerafdeling hebben we verspreid over de andere afdelingen. Het gaat dan vooral om elementen die het leefklimaat aantrekkelijk maken, waardoor je mensen verleidt om op de afdeling te komen. Denk dan aan samen koken, groepsgesprekken, spelcomputers en muziek maar ook gesprekken over financiën.

Door de weigerafdeling zagen we soms een scheve verdeling van het type mensen op de afdeling. ‘Harde’ weigeraars zijn over het algemeen mensen die in ieder geval goed in staat om hun weigering vorm te geven. Zij waren allemaal geklusterd op die weigerafdeling. Daardoor miste je daar ook problematiek, zoals bijvoorbeeld mensen die uit een PPC komen en kwetsbaar zijn. Die had je dan weer wat oververtegenwoordigd op de andere afdelingen, terwijl je voor de observatie een zo heterogeen mogelijke groep wilt hebben.

We kunnen nu weer a-select indelen zodat de condities op iedere afdeling gelijk zijn. Dit is belangrijk omdat we willen voorkomen dat het type afdeling zou kunnen sturen op hoe een onderzoek eruit ziet. Met het ultieme gevaar dat je op een gegeven moment gaat denken, hij zit op 1A, dus dan zal hij wel schizofrenie hebben.

Ook hebben we gezien dat de doorslaggevende ingrediënten breder lagen in de keten, zoals de samenwerking met de rechterlijke macht. Waar we vroeger observandi voortijdig met een weigerbrief terugstuurden, halen we nu alles uit de kast om zoveel mogelijk bouwstenen in een rapport te leggen. Rechters en officieren van justitie zijn op hun beurt responsiever geworden om die bouwstenen ook te zién en vervolgens daarmee in juridische zin verder te gaan. Daar zijn we heel blij mee."

“Werken in het PBC kan best iets verkokerends hebben”

Diversiteit en inclusie

"Tot slot noem ik graag de ontwikkeling van meer bewustzijn over diversiteit en inclusie in het PBC, door de start van de managementopdracht van Florentine Berkelbach van der Sprenkel. We zagen namelijk dat werken in het PBC best iets verkokerends kan hebben. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat je goed kunt schrijven als je hier werkt. Dat je gevoel hebt voor taal. Maar daar zit misschien ook wel een zekere automatische voorselectie in voor mensen die de Nederlands taal niet als moedertaal hebben geleerd.

Ook legden we in ons denken over deze onderwerpen de focus op diversiteit, terwijl uit onderzoek blijkt dat een belangrijke voorwaarde hieraan voorafgaand een inclusief werkklimaat is. Dus éérst inclusiviteit en dan pas diversiteit. We weten dat het helemaal niet per se makkelijker is om in een divers team te werken. Maar wél beter voor de kwaliteit van het team en voor de kwaliteit van het onderzoek.

Het tweede deel van Florentine’s onderzoek ziet op hoe cultureel sensitief zijn we in het pro Justitia-onderzoek. Maken we bijvoorbeeld genoeg gebruik van het cultureel interview? Meer dan de helft van de mensen die wij onderzoeken is niet in Nederland geboren. We hebben hier al best wat ervaring mee en onze onderzoekers proberen hier ook bewust van te zijn, maar ik denk echt dat we stappen kunnen maken met méér cultuursensitief werken. Hoe cultuursensitief is onze testbatterij bijvoorbeeld? Een werkgroep gaat zich hier komend jaar mee bezighouden en er is een groep over transculturele rapportage op Rapporteursnet gestart."

Afdeling 2C

"De moeilijke casuïstiek die ik in het begin noemde heeft voor ons wat betreft de agenda inhoud 2024 tot twee voornemens geleid: de eerste is dat we gaan nadenken over een nieuwe werkwijze voor 2C, de separatieafdeling.

Er zijn eigenlijk twee belangrijke overwegingen om iemand op 2C te plaatsen. De eerste is een zorgoverweging: mensen die niet goed geschikt zijn voor de reguliere afdeling. Denk dan aan psychotische mensen die heel achterdochtig zijn en daardoor niet goed met groepsgenoten om kunnen gaan. Of iemand die manisch aan het ontregelen is en eigenlijk een prikkelarmer of overzichtelijker programma moet krijgen."

“Als de rechter het bevel tot observatie geeft, dan moeten we klaar staan om het doen”

"De tweede overweging om iemand op 2C te plaatsen is veiligheid. Het afgelopen jaar is een besluit genomen over welk type observandi in het PBC opgenomen mogen worden. Wij kunnen bijna alle veiligheidsniveau’s huizen. Wij kunnen zo’n hoog veiligheidsniveau garanderen omdat wij in aanvulling op de gebouwelijke veiligheid een hoge mate van observatie hebben. Ook hebben we veel groepsleiders op de afdeling, waardoor er sprake is van aanvullende relationele veiligheid.

Hier zijn we best wel trots op en hebben we ons ook voor ingespannen. Want als de rechter het bevel tot observatie geeft, dan moeten we klaar staan om het doen. ‘Nee’ zeggen op zo’n bevel kan dus alleen bij zeer hoge uitzondering.

Naast deze twee overwegingen voegen we hier komend jaar nog een derde variant aan toe: afgeschermd rapporteren. Hier is een werkgroep mee bezig, een samenwerking tussen NIFP Midden-Nederland en het PBC. Midden-Nederland houdt zich hiermee bezig omdat dit een special gaat zijn voor de ambulante diensten. Het PBC omdat met name in de zware zaken een klinisch onderzoek nodig is. Afscherming van rapporteurs is op een leefgroep niet te borgen, dus dat type observandi zal ook op 2C moeten worden opgenomen."

Professionaliseren observatiemethodiek

"Verder gaan we naar aanleiding van een audit komend jaar nadenken over of we nog stappen kunnen zetten om onze observatiemethodiek verder te professionaliseren. Een van onze klinisch psychologen in opleiding gaat een analyse doen of we kunnen verbreden in ons observatie-aanbod en zal hierbij de aanbevelingen van de audit meenemen. Verbreden is op zichzelf geen doel, het moet leiden tot meerwaarde voor de observatie. Mascha zal dan ook kijken: is verbreding forensisch relevant genoeg? We willen komend jaar ook ons scholingsaanbod voor groepsleiding updaten. Hoe observeer je? Maar ook klinische lessen, over verschillende ziektebeelden. We zullen onderzoeken in hoeverre groepsleiding ook specifieke deskundigheid nodig heeft over bepaalde specialismen, zoals extremisme. Penitentiaire scherpte zal hier ook in meegenomen worden. We willen zorgen we dat de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid in GW hier ook voldoende binnen hebben."

Schaarste

"De komende jaren zal de schaarste aan rapporteurs een zorg blijven. Het klinisch onderzoek vraagt specifieke vaardigheden: je moet het leuk vinden om in een team te werken. Dat vraagt wel iets van je opstelling. Je redt het dan dus niet met een uurtje in huis komen, je observandus spreken en weer gaan. Sommigen vinden dit klinische onderzoek juist leuk en juist een reden om bij ons te blijven. Maar er zijn ook collega’s die hier op afhaken.

Mijn oproep is dus vooral: kom kijken of het bij je past. Je hoeft niet vijf jaar werkervaring te hebben en je hoeft niet meteen tien onderzoeken te doen. Maar kom er gewoon eens eentje doen, even snuffelen. Je wordt goed begeleid en kan zelf uitvinden of het bij je past en of je het leuk vindt."

“We hebben altijd de juiste mensen in huis om een zaak te doen, hoe ingewikkeld deze ook is.”

75-jarig bestaan PBC

"Het PBC bestaat komend jaar 75 jaar. We gaan dit groots vieren met een feest met alle medewerkers. Ook vieren we het met onze families op twee familiedagen. In het begin van 2025 organiseren we een symposium over ons werk. Ik heb hier ontzettend veel zin in."

"Ik kijk er in 2024 ook naar uit om weer samen met alle collega’s onze schouders te zetten onder alle uitdagende onderzoeken. Wie de afgelopen weken het nieuws heeft gekeken kan voorzien dat er weer een hoop ingewikkelde onderzoeken onze kant op komen. Ik zie bij de indelingslijst al die aanvragen voorbij komen en het mooie is dat er nooit een aanvraag is waarvan ik denk, mijn hemel, hoe gaan we dit doen? Het lukt áltijd om een team te formeren dat past bij de zaak. Een team waarvan we met de indelingscommissie denken: dat komt goed. Want wij hebben uiteindelijk altijd de juiste professionals in huis om het onderzoek te doen, hoe ingewikkeld deze ook is. Dat is een gedachte die veel trots geeft."

De deelagenda van klinische rapportage is te vinden in de agenda inhoud 2024, onderaan dit bericht. Hier lees je ook over de plannen van de andere beleidsterreinen. Volgende week publiceren we een interview met @theobakkum over de deelagenda van het beleidsterrein rapportage.