Sekseverschillen in delictgedrag

Het belangrijkste doel van dit onderzoek is om meer te weten te komen over hoe psychiatrische stoornissen delinquentie bij jongens en meisjes beïnvloeden.

Meer jongeren plegen ernstige delicten. Dat is zorgelijk vanwege de impact op slachtoffers en samenleving, maar ook omdat de ontwikkeling van de jongere zelf stagneert. Meisjes komen weliswaar minder vaak in detentie terecht, maar de laatste jaren neemt het aantal meisjes dat verdacht wordt van agressief en/of crimineel gedrag toe.

We weten al dat factoren zoals impulsiviteit samenhangt met delictgedrag. Deze factoren kunnen ook kenmerken zijn van psychiatrische aandoeningen. Bij meisjes lijken bepaalde kwetsbaarheden een andere invloed op delictgedrag te hebben dan bij jongens. Tot nu toe is er nog weinig onderzoek gedaan naar eventuele verschillen hierin tussen jongens en meisjes.

Huidig wetenschappelijk onderzoek

Dit onderzoek bestaat uit twee projecten.

In dit eerste project onderzoeken we daarom hoe psychiatrische stoornissen en delictgedrag met elkaar samenhangen. Hiervoor maken we gebruik van een populatiecohort (de iBerry Study van het Erasmus MC). We gebruiken gegevens van ruim 1.000 jongeren die vanaf 2015 meedoen aan een langlopend onderzoek over gezond opgroeien. Op meerdere meetmomenten zijn vragenlijsten, interviews, neuropsychologische testen en biologische metingen gedaan. Psychiatrische problemen en delictgedrag werden ook gedetailleerd in kaart gebracht.

Aan het onderzoek doen relatief veel jongeren mee met grensoverschrijdend (36 procent) en agressief (20 procent) gedrag, maar de verdeling tussen jongens en meisjes is door de selectie van deelnemers 50-50 gebleven. Daardoor is het goed mogelijk om verschillen in de relatie psychiatrische stoornis en delict tussen jongens én meisjes te onderzoeken.

In het tweede project onderzoeken we ook hoe psychiatrische stoornissen en delictgedrag met elkaar samenhangen, maar dan in een groep jongens en meisjes die al wel in aanraking zijn gekomen met justitie. Hiervoor gebruiken we gegevens uit pro Justitia rapportages. Omdat meisjes minder vaak pro Justitia gerapporteerd worden en we verschillen tussen jongens en meisjes in kaart willen brengen, scoren we de pro Justitia rapportages van de meisjes over meerdere jaren. Ook vragen we gegevens op over hoe het 10 jaar later met deze jongeren gaat, qua delictgedrag en dagelijks functioneren.

De projectresultaten kunnen de kennis van behandelaren in de (forensische) kinder- en jeugdpsychiatrie over de invloed van psychiatrische stoornissen op het risico op delictgedrag vergroten. Ze bieden aanknopingspunten om interventies eerder, gerichter én seksespecifiek in te zetten.

Wie en wanneer

Onderzoekers: Louise Smallenburg, gesuperviseerd door Sabine Roza en Maaike Kempes, in samenwerking met het onderzoeksteam van de iBerry Study, Erasmus MC (hoofdonderzoeker Nina Grootendorst – van Mil).

Periode onderzoek: 2023 - 2027

Stichting tot Steun VCVGZ heeft een subsidie toegekend aan dit onderzoek. Zie ook de website van Stichting tot Steun VCVGZ voor een toelichting.