Het doel van dit onderzoek is om meer te weten te komen over verschillende voorkomende motieven om een terrorismedelict te plegen en in hoeverre deze samenhangen met VERA-2R risicofactoren gericht op geloofsovertuigingen en grieven over waargenomen onrechtvaardigheid.
Een deel van de jihadisten lijkt gedreven vanuit een religieuze overtuiging. Toch blijken er in deze dadergroep ook andersoortige motieven te bestaan zoals het bij een groep willen horen. Tot nu toe is er nog weinig emperische kennis over de rol van religieuze motieven en meer psychologische motieven bij plegers van een jihadistisch delict.
Huidig onderzoek
Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van gegevens uit de Europese Database Terrorismeplegers (EDT). Deze database bevat naast een grote verscheidenheid aan demografische kenmerken, persoonlijke en situationele kenmerken, alle indicatoren van de VERA-2R.
Voor het doel van dit onderzoek zijn de casussen van veroordeelde plegers van een jihadistisch delict geselecteerd (N=239). Voor deze groep is onderzocht in hoeverre onderstaande motieven aanwezig waren:
Commitment & motivatie (CM domein)
- Behoefte aan kameraadschap
- Behoefte aan status
- Gedwongen tot deelname
- Crimineel opportunisme
- Behoefte aan spanning en avontuur
- Zoektocht naar betekenis / zingeving
- Morele plicht / superioriteit
- Religieuze plicht / glorificatie
Vervolgens wordt nagegaan in hoeverre de drie meest voorkomende motieven samenhangen met de risicofactoren uit het BA domein:
Overtuiging, Opvattingen en Ideologie (BA domein)
- Ervaren grieven
- Ontmenselijking doelwit
- Afwijzing democratische samenleving
- Boosheid waargenomen onrechtvaardigheid
- Vijandigheid nationale identeit
- Gebrek empathie ‘outgroup’
Ten slotte wordt achterhaald in hoeverre deze samenhang standhoudt wanneer rekening wordt gehouden met enkele achtergrondkenmerken, waaaronder sekse en leeftijd.
Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is om kennis over risicofactoren en drijfveren te benutten voor de verbetering van risicobeoordelingsinstrumenten, waaronder de VERA-2R en de ontwikkeling en inzet van justitiele interventies die aansluiten op de onderliggende risico’s en motieven van de dader.
Wie en wanneer
Onderzoeksteam: Daphne Alberda, Nils Duits, Kees van den Bos, Jan Fekke, Maaike Kempes
Periode: 2022-2023